Een artikel geschreven door Green Surf
De eerste sporen van stadslandbouw (SL) vallen samen met het verschijnen van de eerste steden. Historici situeren dit rond 4000 voor onze tijdrekening in Uruk, in Mesopotamië. In die periode breidt de Sumerische beschaving zich uit naar de steden, waar landbouwactiviteiten binnen de stadsmuren tot ontwikkeling komen.
De stadslandbouw onderging invloeden van onder meer de industriële revolutie, de plattelandsuittocht en oorlogen, maar kon zich steeds aanpassen aan haar omgeving.
Vandaag bestaat de SL nog altijd en is ze overal in opmars, met name op voorheen onbenutte plaatsen zoals daken. Sinds verschillende jaren breidt de stadslandbouw op daken in Brussel uit. Dit artikel richt de schijnwerpers op enkele projecten en gaat in op de technische en economische uitdagingen van dergelijke initiatieven.
Tivoli Greencity is een bouwproject voor meer dan 400 woningen in Anderlecht. Het omvat 10 daken met moestuinbakken en een serre van 150 m² die is geïntegreerd in het ontwerp van het gebouw (Afbeelding 1). Al deze voorzieningen staan ter beschikking van de bewoners van de woningen, die zo toegang hebben tot kwaliteitsvolle vruchten en groenten. Daarnaast zorgt dit voor sociale contacten tussen buren in een aangenaam en speels kader.
Op het dak van de Delhaizevestiging in Boondaal bevindt zich sinds 2017 een moestuin van 360 m² (Afbeelding 2[1]). De uitbating ervan is in handen van de firma Vestaculture. Er werd gezorgd voor een levende grond, zodat de uitbaters permateelttechnieken kunnen toepassen. Dit blijkt een winnende zet. In 2019 werden er 1,6 ton fruit en groenten geteeld en rechtstreeks in de eronder gelegen winkel verkocht.
In de stadsboerderij op het dak van Foodmet (Afbeelding 3) zijn twee ondernemingen actief. De eerste is BIGH. Deze vennootschap teelt groenten, aromatische kruiden en vis in dakserres volgens een aquacultuursysteem. De producten zijn te koop in Brusselse handelszaken. BIGH organiseert ook rondleidingen en events. De tweede onderneming die actief is in de dakboerderij is Groot Eiland. Deze organisatie teelt groenten en klein fruit in openlucht, in teelgrond. De producten worden verkocht via de eigen distributienetwerken.
Les amis de l’entrepote, een vernieuwende vzw uit Schaarbeek, maakt werk van een dakmoestuin (afbeelding 4[2]). Ze organiseert er stages voor de kinderen uit de wijk. Er staan nog vele andere projecten op stapel, zoals het opzetten van een dakserre. De vzw wordt daarbij begeleid door de experts van het Europese project GROOF – Greenhouses to Reduces CO2 on Roofs.




Zoals bovenstaande voorbeelden aantonen, zijn er veel soorten projecten mogelijk op de Brusselse daken. Dat Brussel potentieel biedt, staat vast: 394 ha zou gebruikt kunnen worden voor daklandbouw. Deze projecten gaan gepaard met de nodige valkuilen en uitdagingen, onder meer op technisch vlak. Naast de traditionele procedures die in acht genomen moeten worden bij bouwprojecten, vereisen de vernieuwende aard van deze activiteiten en het gebruik van het dak bijkomende aandacht.
Als het een bestaand gebouw betreft, moeten het dak en de structuur van het gebouw onderzocht worden om de haalbaarheid van het project na te gaan. Hieronder gaan we in op enkele essentiële punten.
Bij het onderzoek van de algemene toestand van het gebouw moet rekening gehouden worden met de structuur, de funderingen, het aantal verdiepingen en de ligging ten opzichte van de aanpalende gebouwen.
Het belang van de bereikbaarheid wordt vaak onderschat, wat talrijke operationele problemen met zich meebrengt. Als er slechts één bouwlaag is, kan de toegang beperkt blijven tot een trap. Die moet dan wel breed genoeg zijn met het oog op de levering van materiaal en de veiligheid van de gebruikers. In geval van meerdere verdiepingen zijn een trap en een lift vereist voor het comfort van de gebruikers en de bezoekers, alsook om te voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften. Bovendien moeten het maximale draagvermogen van de lift en de beschikbare ruimte aan de liftuitgang volstaan voor de beoogde activiteiten. Voorbeeld: de bezoekers mogen bij het verlaten van de lift niet gehinderd worden door een opstapeling van palletten.
Ook is er een gedetailleerde studie van het gebouw vereist om de verbouwingsmogelijkheden met het oog op het dakproject na te gaan. Aangezien problemen met de waterdichtheid de oorzaak zijn van talrijke geschillen in de bouwsector, is het nodig de gebruikte isolatie- en afdichtingstechniek na te gaan om het draagvermogen te bepalen en zekerheid te verkrijgen over de haalbaarheid van de werken. De ondergrond en het dak van het gebouw dienen ook nauwkeurig beschreven te worden. De dakbeschrijving zal informatie verschaffen met het oog op het regenwaterbeheer.
De waterbehoefte is doorgaans aanzienlijk. Daarom is het nodig te voorzien in watertoevoer en, indien mogelijk, een systeem voor het opvangen van regenwater. Voor dat opvangsysteem zijn er twee oplossingen mogelijk: (1) opslag op het dak; (2) opslag onderaan in het gebouw (begane grond, kelderverdieping of ingegraven). De eerste oplossing vergt minder investeringen, maar kan als nadeel hebben dat de opslagcapaciteit beperkter is dan bij de tweede oplossing. Bovendien moet er in het bijzonder over gewaakt worden de afdichting niet te beschadigen.
Bij nieuwbouw kan gemakkelijker rekening gehouden worden met de technische aspecten van een dakproject: multifunctioneel dak, technische zone, (niet) voor het publiek toegankelijke zone, eventuele verhoging, enz.
Het economische aspect moet eveneens vooraf ingecalculeerd worden[3]. De landbouwproductie volstaat zelden om de kosten te dekken. Daarom wordt ze doorgaand gekoppeld aan andere activiteiten, zoals rondleidingen en opleidingen tegen betaling. Het gekozen economische model zal dan ook voornoemde technische keuzes beïnvloeden.
Zoals in elke vernieuwende sector slagen niet alle projecten. Om meer te vernemen over de oorzaken van de mislukkingen verwijzen we naar de analyse van het faillissement van Urban Farmers in Den Haag in Nederland.
De stadslandbouw kan vergeten stadsruimten, zoals daken, tot hun recht laten komen. Er een landbouwproject opzetten gaat gepaard met valkuilen, technische uitdagingen en economische onzekerheid. Het kan nochtans een aanzienlijke sociale, milieugerelateerde en economische meerwaarde opleveren. Daarom staat de facilitator voor stadslandbouw klaar om u te adviseren en te begeleiden in uw project.
Meer weten:
- Onze informatiefiches over stadslandbouw op het dak:
Welke vergunning en reglementering voor de inrichting van infrastructuren op het dak?
Hoe de toegankelijkheid en de veiligheid van een stadslandbouwproject op een dak garanderen?
- De richtlijnen van het project GROOF – Greenhouses to Reduce CO2 on Roofs: groof.eu
- Tuinbouw op het dak
- Voorziening Teeltbakken
- De analyse van het faillissement van Urban Farmers in Den Haag
[1] @ vestaculture
[3] Zie FSL-artikel over PAKT